Jaarrekening 2019

Paragrafen

Financiering

Algemeen

De paragraaf betreffende de financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille en geeft inzicht in de rentelasten, het renteresultaat, de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend en de financieringsbehoefte (BBV, artikel 13).

Beleidsvoornemens risicobeheer van de financieringsportefeuille

Om de financiële risico's zo goed mogelijk te beheersen, is het belangrijk om aandacht te schenken aan de kwalitatieve ontwikkeling van de treasuryfunctie. Als gevolg van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) hebben gemeenten twee instrumenten ingevoerd:

  1. Treasurystatuut;
  2. Paragraaf financiering.

Treasurystatuut

Hierin wordt op gemeentelijk niveau een nadere invulling gegeven aan het wettelijk kader. Het statuut bevat de beleidsuitgangspunten voor het uitvoeren van de treasuryfunctie.

De volgende regelgeving heeft betrekking op de financieringsfunctie van de gemeente:

  • Wet financiering decentrale overheden (Wet fido).
  • Ministeriële regeling ‘Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden’ (Ruddo).
  • Financieringsregeling huisvesting ambtenaren.
  • Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
  • Regeling schatkistbankieren decentrale overheden.

Paragraaf financiering

Deze paragraaf wordt opgenomen in zowel de begroting als de rekening en biedt hiermee informatie over de uitvoering van treasury-taken.

Het rijk heeft de kasgeldlimiet, renterisiconorm en een drempelbedrag schatkistbankieren ingesteld om financiële risico’s in te perken die te maken hebben met herfinanciering van leningen.

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet geeft aan wat het maximale bedrag is dat de gemeente aan kort geld (looptijd < 1 jaar) mag aantrekken. De kasgeldlimiet 2019 bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal, dus 8,5% van ±€ 47,2 miljoen is ±€ 4,0 miljoen.

In 2019 is de kasgeldlimiet in het eerste en tweede kwartaal overschreden. Kortdurende overschrijdingen zijn toegestaan. Echter zodra in drie opeenvolgende kwartalen een overschrijding ontstaat, moet de gemeente tijdig een verbeterplan presenteren aan de provincie als toezichthouder.

Renterisiconorm

De renterisiconorm geeft aan welk deel van de langlopende leningen afgelost mag worden. De renterisiconorm 2019 bedraagt 20% van het begrotingstotaal, dus 20% van ±€ 47,2 miljoen is ±€ 9,4 miljoen.

In 2019 is een bedrag van ±€ 4,0 miljoen afgelost en hierdoor is de renterisiconorm dus niet overschreden.

Drempelbedrag schatkistbankieren

Het drempelbedrag schatkistbankieren 2019 bedraagt 0,75% van het begrotingstotaal, dus 0,75% van ±€ 47,2 miljoen is ±€ 354.000.

In 2019 is het drempelbedrag schatkistbankieren niet overschreden.

Rentelasten, renteresultaat & verdeling rentekosten

In onderstaande tabel worden de rentekosten en hun doorbelasting toegelicht. In het overzicht is zowel de begrote verdeling als de werkelijke verdeling opgenomen.

Begroting 2019

Begroting 2019

Begroting 2019

Rekening 2019

rente lasten

omvang

tarief

rentelast

rentelast

rente financieringstekort

8.050.259

1,00%

80.503

36.512

rente vaste geldleningen

26.919.544

1,95%

525.885

481.381

rente waarborgsommen

0

0,00%

0

0

rente contante voorzieningen

1.042.752

3,00%

31.283

33.938

36.012.555

637.671

551.831

rente baten

omvang

tarief

rentebaat

rentebaat

vaste geldlening Hoge Regt

4.000.000

2,50%

100.000

120.564

hypotheekleningen personeel

49.553

5,00%

2.476

8.309

4.049.553

102.476

128.873

rente doorbelasting

omvang

tarief

door te belasten rente

door te belasten rente

rente lasten

637.671

551.831

rente baten

-102.476

-128.873

door te belasten rente

535.195

422.958

doorbelasting:

Rente staat activa (omslagtarief)

59.993.163

0,50%
(begroting 1%)

599.932

254.932

rente naar grondexploitatie

24.030.125

0,95%
(cfm begroting)

228.636

209.201

totaal doorbelaste rente

828.568

464.133

Renteresultaat

293.373

41.175

Wijze waarop rente wordt toegerekend
De verdeling van de rentekosten over de verschillende onderdelen zoals hierboven in de tabel in beeld is gebracht, wordt gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • Voor de rentetoerekening aan de activa wordt een vast rentepercentage toegepast (conform ‘Financiële verordening gemeente Laarbeek 2019’). Bij het bepalen van de hoogte van het tarief is een renteomslag berekening gemaakt. Het tarief 2019 bedroeg bij de begroting 1% maar is bij de verwerking in de jaarrekening naar beneden bijgesteld naar 0,5%.
  • Bij de rentetoerekening over de boekwaardes bij de grondexploitatie is een rentepercentage conform de begroting 2019 gehanteerd ter grootte van 0,95% (dit betreft het gewogen gemiddelde rentepercentage).
  • Over de reserves en voorzieningen (=interne financieringsmiddelen) is vanaf begrotingsjaar 2017 geen rentetoerekening gehanteerd, behoudens één voorziening die gewaardeerd is tegen contante waarde. Deze voorziening krijgt een rentedotatie van jaarlijks 3%. Het betreft de voorziening ‘Pensioen- en wachtgeldverplichtingen voormalig wethouders’.
  • Bij de bepaling van het begrote financieringstekort of –overschot is een rentepercentage gehanteerd ter grootte van 1%.

Financieringsbehoefte

In de programmabegroting 2019 is aandacht besteed aan de financieringsbehoefte van Laarbeek. Aangegeven werd dat vaker aandacht besteed zou worden aan het samenstellen van de liquiditeitsbegroting om de financieringsbehoefte beter in beeld te krijgen. In het derde kwartaal 2019 is een vaste geldlening aangetrokken van € 5 miljoen en verder is in de loop van 2019 het aantrekken van een aantal kasgeldleningen noodzakelijk geweest. Door de lage rentes en het aantrekken van kasgeldleningen (korte looptijd) was het niet direct noodzakelijk om een liquiditeitsbegroting samen te stellen.

Deze pagina is gebouwd op 07/01/2020 13:19:31 met de export van 07/01/2020 13:16:15