Algemeen
De paragraaf betreffende de financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille en geeft inzicht in de rentelasten, het renteresultaat, de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend en de financieringsbehoefte (BBV, artikel 13).
Beleidsvoornemens risicobeheer van de financieringsportefeuille
Om de financiële risico's zo goed mogelijk te beheersen, is het belangrijk om aandacht te schenken aan de kwalitatieve ontwikkeling van de treasuryfunctie. Als gevolg van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) hebben gemeenten twee instrumenten ingevoerd:
- Treasurystatuut;
- Paragraaf financiering.
Treasurystatuut
Hierin wordt op gemeentelijk niveau een nadere invulling gegeven aan het wettelijk kader. Het statuut bevat de beleidsuitgangspunten voor het uitvoeren van de treasuryfunctie.
De volgende regelgeving heeft betrekking op de financieringsfunctie van de gemeente:
- Wet financiering decentrale overheden (Wet fido).
- Ministeriële regeling ‘Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden’ (Ruddo).
- Financieringsregeling huisvesting ambtenaren.
- Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
- Regeling schatkistbankieren decentrale overheden.
Paragraaf financiering
Deze paragraaf wordt opgenomen in zowel de begroting als de rekening en biedt hiermee informatie over de uitvoering van treasury-taken.
Het rijk heeft de kasgeldlimiet, renterisiconorm en een drempelbedrag schatkistbankieren ingesteld om financiële risico’s in te perken die te maken hebben met herfinanciering van leningen.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet geeft aan wat het maximale bedrag is dat de gemeente aan kort geld (looptijd < 1 jaar) mag aantrekken. De kasgeldlimiet 2019 bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal, dus 8,5% van ±€ 47,2 miljoen is ±€ 4,0 miljoen.
In 2019 is de kasgeldlimiet in het eerste en tweede kwartaal overschreden. Kortdurende overschrijdingen zijn toegestaan. Echter zodra in drie opeenvolgende kwartalen een overschrijding ontstaat, moet de gemeente tijdig een verbeterplan presenteren aan de provincie als toezichthouder.
Renterisiconorm
De renterisiconorm geeft aan welk deel van de langlopende leningen afgelost mag worden. De renterisiconorm 2019 bedraagt 20% van het begrotingstotaal, dus 20% van ±€ 47,2 miljoen is ±€ 9,4 miljoen.
In 2019 is een bedrag van ±€ 4,0 miljoen afgelost en hierdoor is de renterisiconorm dus niet overschreden.
Drempelbedrag schatkistbankieren
Het drempelbedrag schatkistbankieren 2019 bedraagt 0,75% van het begrotingstotaal, dus 0,75% van ±€ 47,2 miljoen is ±€ 354.000.
In 2019 is het drempelbedrag schatkistbankieren niet overschreden.
Rentelasten, renteresultaat & verdeling rentekosten
In onderstaande tabel worden de rentekosten en hun doorbelasting toegelicht. In het overzicht is zowel de begrote verdeling als de werkelijke verdeling opgenomen.
Begroting 2019 | Begroting 2019 | Begroting 2019 | Rekening 2019 | |
---|---|---|---|---|
rente lasten | omvang | tarief | rentelast | rentelast |
rente financieringstekort | 8.050.259 | 1,00% | 80.503 | 36.512 |
rente vaste geldleningen | 26.919.544 | 1,95% | 525.885 | 481.381 |
rente waarborgsommen | 0 | 0,00% | 0 | 0 |
rente contante voorzieningen | 1.042.752 | 3,00% | 31.283 | 33.938 |
36.012.555 | 637.671 | 551.831 | ||
rente baten | omvang | tarief | rentebaat | rentebaat |
vaste geldlening Hoge Regt | 4.000.000 | 2,50% | 100.000 | 120.564 |
hypotheekleningen personeel | 49.553 | 5,00% | 2.476 | 8.309 |
4.049.553 | 102.476 | 128.873 | ||
rente doorbelasting | omvang | tarief | door te belasten rente | door te belasten rente |
rente lasten | 637.671 | 551.831 | ||
rente baten | -102.476 | -128.873 | ||
door te belasten rente | 535.195 | 422.958 | ||
doorbelasting: | ||||
Rente staat activa (omslagtarief) | 59.993.163 | 0,50% | 599.932 | 254.932 |
rente naar grondexploitatie | 24.030.125 | 0,95% | 228.636 | 209.201 |
totaal doorbelaste rente | 828.568 | 464.133 | ||
Renteresultaat | 293.373 | 41.175 |
Wijze waarop rente wordt toegerekend
De verdeling van de rentekosten over de verschillende onderdelen zoals hierboven in de tabel in beeld is gebracht, wordt gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
- Voor de rentetoerekening aan de activa wordt een vast rentepercentage toegepast (conform ‘Financiële verordening gemeente Laarbeek 2019’). Bij het bepalen van de hoogte van het tarief is een renteomslag berekening gemaakt. Het tarief 2019 bedroeg bij de begroting 1% maar is bij de verwerking in de jaarrekening naar beneden bijgesteld naar 0,5%.
- Bij de rentetoerekening over de boekwaardes bij de grondexploitatie is een rentepercentage conform de begroting 2019 gehanteerd ter grootte van 0,95% (dit betreft het gewogen gemiddelde rentepercentage).
- Over de reserves en voorzieningen (=interne financieringsmiddelen) is vanaf begrotingsjaar 2017 geen rentetoerekening gehanteerd, behoudens één voorziening die gewaardeerd is tegen contante waarde. Deze voorziening krijgt een rentedotatie van jaarlijks 3%. Het betreft de voorziening ‘Pensioen- en wachtgeldverplichtingen voormalig wethouders’.
- Bij de bepaling van het begrote financieringstekort of –overschot is een rentepercentage gehanteerd ter grootte van 1%.
Financieringsbehoefte
In de programmabegroting 2019 is aandacht besteed aan de financieringsbehoefte van Laarbeek. Aangegeven werd dat vaker aandacht besteed zou worden aan het samenstellen van de liquiditeitsbegroting om de financieringsbehoefte beter in beeld te krijgen. In het derde kwartaal 2019 is een vaste geldlening aangetrokken van € 5 miljoen en verder is in de loop van 2019 het aantrekken van een aantal kasgeldleningen noodzakelijk geweest. Door de lage rentes en het aantrekken van kasgeldleningen (korte looptijd) was het niet direct noodzakelijk om een liquiditeitsbegroting samen te stellen.